Het kasteel Neufcour is een classicistisch bouwwerk uit de 18e eeuw, dat op de grondvesten staat van een middeleeuws gebouw. Het diende aanvankelijk als buitenverblijf, later als vaste woonplaats voor diverse adellijke families. Wanneer het kasteel opgericht werd, is niet met zekerheid geweten. Het oudste document waarin er melding van gemaakt wordt, is een huwelijkscontract van 9 maart 1729. De familie Huysman de Neufcour bezorgde het domein zijn uitstraling. De Spaanse infante Fernanda de Bourbon verbleef hier tussen 1852 en 1854. De adellijke familie Pottelsberghe de la Potterie woonde er van 1868 tot 1920.
In 1923 werd het kasteel openbaar verkocht aan de pastoor van Strijtem, een nabijgelegen dorp. Wat zijn project met het huis was, is niet duidelijk. Wat vaststaat is dat hij het park rooide om met de opbrengst een deel van de aankoop te betalen.
In 1933 verkocht hij het kasteel door aan de zusters van het klooster van Eizeringen (Dochters van de Heilige Jozef). Dit gebeurde na bemiddeling door het Bisdom en voor exact dezelfde prijs als deze waaraan de pastoor het kasteel 10 jaar eerder kocht. Dit doet vermoeden dat het bisdom de zusters dwong het huis te kopen om de pastoor uit financiële problemen te redden. Tot enkele jaren na WOII werd het gebruikt voor klaslokalen voor de jongens van het Franstalig pensionaat van de zusters. Daarna kwam het kasteel leeg te staan. Er is sprake van explosie-schade door een bom tijdens WOII maar waar die bom exact terechtkwam (wellicht in de omgeving) is niet duidelijk.
In 1978 stortte de oostelijke muur van het kasteel gedeeltelijk in. De zusters vroegen een sloopvergunning aan maar die werd hen geweigerd. Begin de jaren 90 vroegen de zusters een tweede maal een sloopvergunning aan, die hen opnieuw werd geweigerd.
De overheid beschermde het kasteel als monument en de omgeving als dorpsgezicht (dit reikt tot de pastorie en enige gevels aan het kerkplein).
Eind de jaren 90 ontstond het idee om het kasteel te restaureren en gebruiken als nieuw vredegerecht voor Lennik. Het vroegere park zou terug ingericht worden als openbaar park. In die optiek werd in 1999 een BPA goedgekeurd dat het kasteel als zone voor openbaar nut inkleurde en de omgeving als parkgebied. Mede door de copernicus-hervorming werd dit plan niet uitgevoerd.
In 2005 werd het kasteel, het wagenhuis en de omliggende weilanden verkocht aan de familie Dewever, die sinds 2010 het kasteel opnieuw bewoont.